Geholpen door een zwakkere dollar richtten beleggers hun aandacht vooral op
multinationals als McDonald’s. Ook aandelen van energiebedrijven waren in
trek als gevolg van een gestegen vraag naar olie uit China. De indices
wisten het positieve sentiment echter niet vast te houden en eindigden toch
nog in de min.

De Dow-Jonesindex van dertig hoofdfondsen noteerde bij het slot 0,2 procent
lager op 8277 punten. De breed samengestelde S&P 500 zakte eveneens 0,2
procent tot 887 punten en technologiebeurs Nasdaq verloor ook 0,2 procent
tot 1692 punten.

Dollar omlaag
Zorgen over de sterk opgelopen Amerikaanse staatsschuld leidden vrijdag tot
een daling van de waarde van de dollar ten opzichte van de euro. In de
middag klom de Europese munteenheid even naar een stand boven de 1,40
dollar. Multinationals profiteren hiervan omdat zij dan meer dollars krijgen
voor hun buitenlandse verdiensten.

Zo bleek fastfoodconcern McDonald’s een gevraagd aandeel; de koers steeg 2,5
procent. Sterk in de belangstelling stonden verder Coca-Cola met een winst
van 1,3 procent, Walt Disney (plus 2 procent) en industrieel conglomeraat
DuPont met een koersstijging van 1,7 procent.

ExxonMobil klimt
Ook de energiebedrijven zaten in de lift. ExxonMobil steeg 0,6 procent.
Chevron won aanvankelijk ook, maar moest later terrein prijs geven. Het
aandeel eindigde met een klein minnetje. Volgens analisten is dat het gevolg
van de gestegen vraag naar olie uit China, dat bezig is voorraden aan te
leggen en alles koopt wat op de markt is.

Sterkste daler was vrijdag Bank of America dat een verlies van 3 procent moest
slikken. De voorgaande dagen was het fonds nog gevraagd toen de Amerikaanse
bank had gezegd voor tientallen miljarden dollars aan staatsleningen
vervroegd te willen aflossen.

Sears Holdings zorgde voor een flinke oppepper van de Nasdaq nadat het een dag
eerder zeer goede kwartaalresultaten had bekendgemaakt. De koers van het
detailhandelsbedrijf steeg 10 procent.

Met het naderende weekend en Memorial Day in het vooruitzicht bleef de handel
beperkt tot kleine volumes. Ook waren er verder weinig economische data die
beleggers richting konden geven. Na drie dagen van verliezen stevenden de
indices aan het eind van de handelsweek af op winst, maar sloten op de
valreep nog in het rood.

Voor de euro werd op de valutamarkt in New York 1,3990 dollar betaald. Een dag
eerder was dit nog 1,3900 dollar.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl